woensdag 7 oktober 2015

Eethypes met een korreltje zout (maar ook weer niet te veel he).

uit Smaaktoerboekje 2015

Diëten. Van lijnen wordt je dik. Dat er zoveel verschillende diëten zijn zegt eigenlijk genoeg: ze werken allemaal eventjes, niet langdurig.  Wat er werkt is dat je tijdelijk gemotiveerd bent als je aan een dieet begint. Je let op je eten, beweegt meer en valt wat af. Maar hoe lang hou je het vol? Zodra je motivatie minder wordt vliegen de kilo’s er weer aan. En wat nog erger is, je lichaam is tijdens het lijnen in de spaarstand gaan stand. Alles wat nog wel binnenkomt wordt beter benut. Daardoor worden de meeste lijners juist zwaarder in de loop van het lijnen.  Het enig dat echt telt is je motivatie. En die moet langdurig zijn. Lijnen is een psychische kwestie.

Paleo: nog een hype. We worden ongezond, welvaartsziekten als diabetes, obesitas, hart-en vaatziekten, komen er  omdat we genetisch nog veel op de oermens lijken, maar nu een heel ander voedingspatroon hebben. De oermens joeg en verzamelde. Hij at vlees, vruchten, vissen, en eetbare wortelen en planten. Nu eten we veredelde granen als hoofdvoedsel. Dat zijn vooral te veel koolhydraten (zeg maar suikers en meelproducten). Dus moeten we eigenlijk  weer een menu van de oermens gaan eten. Waar? Misschien dat het feit dat we niet meer halve dagen moeten jagen een grotere rol speelt….

Dan was daar ineens de broodbuik. Van brood krijg je een dikke buik betoogde een boekenschrijver. De makkelijk verteerbare tarwe is een dikmaker. En bevat de bijna gedemoniseerde gluten. Die zorgen voor allergische reacties en ontstekingen in het spijsverteringskanaal. Steeds meer mensen menen een positief effect te merken als ze minder gluten eten. Wetenschappelijk is er nauwelijks bewijs, alleen bij de ziekte coeliakie, en zijn er vermoedens dat het niet gluten maar bepaalde koolhydraten in tarwe zijn die de allergie of overgevoeligheid veroorzaken.


Niet vet maar suiker is trouwens met stip de echte killer momenteel. Vet is verdrongen van de eerste plaats of de foute lijst. Gif is het, en het zit overal in. In een fles gewone cola zitten meer dan 20 klontjes suiker. Drink je die helemaal leeg op een dag dan krijg je een groot deel van je benodigde energie binnen. Zonder minder honger te hebben. In die onzichtbare en voedingsstofloze suikers  schuilt het grote gevaar van te veel calorieën innemen.

O ja dan heb je ook nog superfoods. Alles wat een beetje vitaminen, vezels, of anti-oxydanten bevat wordt momenteel tot superfood gepromoveerd. En extra duur verkocht natuurlijk. Het is markt en geen kennis. Dat gaat zo ver dat we smerige tarweprut gaan kopen voor veel geld. Superfoods bestaan niet, is mijn mening, er is maar een superfoodadvies en dat is zorgen voor gevarieerd eten. Groente, fruit, noten, vis, stukje vlees. Als je daar een mix van eet gedurende de week dan krijg je alles binnen. Uitzonderingen daargelaten;  mogelijkis er bij sommige mensen sprake van een bepaalde afwijking. Dan kan het goed zijn om bepaalde extra voedingstoffen te nemen. Net als bijvoorbeeld tijdens de zwangerschap.

Ach ik kan nog wel doorgaan.. maar een zeer deskundige Hoogleraar Voeding en Gezondheid verklaarde onlangs: we weten eigenlijk nog niks over gezonde voeding. Het is zo’n complex onderwerp dat we nauwelijks iets met zekerheid kunnen zeggen.  Waarschijnlijk is elk lichaam uniek en reageert elk persoon, of elk spijsverteringsstelsel dus anders.
Variatie, met mate en  bewegen is het motto , maar ja dat verkoopt natuurlijk niet zo goed…



Voedselverspilling tegengaan: niet om de aarde te redden maar wel tips om geld te besparen.

uit Smaaktoerboekje 2015


Voedselverspilling is veel in de aandacht.  Logisch wel. Wie is er nou niet tegen verspilling…  Maar pas op. Economisch gezien is verspilling niet per se zo slecht.  Het geld heeft gerold, de boer en de winkelier hebben hun spulletjes verkocht, de vuilnisman haalt de restjes op.  Economische groei volgens de huidige onduurzame variant, kortom.  Ecologisch is het een ander verhaal. Het is niet zo efficiënt. Er gaat nodeloos energie verloren en broeikasgas de lucht in.  Dus moeten we zeker inzetten tegen verspilling.  Niet dat we daar de honger in de wereld  mee verminderen.  Echt niet. Daarvoor moet de hele wereldpolitiek veranderen, maar dat gaan we niet oplossen in het smaaktoerboekje.
Doe het gewoon voor je eigen portemonnee, want afval is weggegooid geld.
Bij het cateringbedrijf van Ria Joosten hebben ze een mooi systeem.  Alle recepten zitten in de computer en die draait als de bestellingen binnen zijn alle ingrediënten uit . Vervolgens wordt dus precies besteld wat er nodig is.  Slim.  Geen voorraden, nauwelijks  afval. Maar ja hoe doe je dat als consument.  Het zal er best ergens zijn;  een app met recepten en het bijbehorende boodschappenlijstje. Maar de meesten gaan met een vaag idee inkopen, als het mee zit met een boodschappenlijst. Eenmaal in de supermarkt start de verleiding en kom je thuis met meer dan je gewild had.  Het is onvermijdelijk dat er wat over blijft. Maar er zijn wel wat manieren om dat te verminderen daarom wat tips:

  • Eet wat voor je gaat inkopen.  Met een lege maag koop je meer dan met een volle.
  • Maak een boodschappenlijstje. En hou je eraan. Laat je niet  verleiden door de aanbieding. Die is er alleen maar om je naar andere producten te lokken.
  • Eet veel soep. Veel restjes kunnen altijd nog in de soep.
  • Kijk niet teveel naar de houdbaarheidsdatum, maar ga op je eigen beoordeling af. Yoghurt blijft weken langer goed dan op de verpakking staat.
  • Neem kippen. (Een varken zou ook mooi zijn maar dat is niet haalbaar met de huidige regels en je moet al wat ruimte hebben.) Maar als je plek hebt voor een paar vrouwtjeskippen,  dan krijg je eieren voor  je afval. 
  • Een voedseldroger is ook handig. Ik maak liever geen reclame maar het apparaat maakt van je overschot aan tomaten, uien, knoflook, appels, pepers, paprika’s e.d.  gezonde snacks.   Maak plakjes van je product en het apparaat doet de rest. Je kunt ook kruiden drogen.
  • Er zijn inmiddels ook diverse aan huis geleverde voedselpakketten.  Die leveren je een aantal  producten die samen je maaltijden voor een aantal dagen bepalen. Hoef je niet te gaan shoppen,  dat spaart ook broeikas trouwens.  Als het je ligt, dat een ander bepaalt wat je eet, is het misschien iets voor jou.


 Onze spaarvarkens.

Koe in de wei, iedereen blij?


uit Smaaktoerboekje 2015

De melkkoe in het grasgroene landschap van Nederland is een iconisch beeld. Nederland is zuivelland nummer een  van de wereld.  Vanwege ons goede klimaat en de beschikbaarheid van veel grond die niet geschikt is voor akkerbouw hebben we altijd veel koeien in de wei gehad. En heeft de zuivelsector zich ontwikkeld tot een high tech industrie, met koeien die  10.000 liter melk per jaar kunnen geven.  Voor die topprestaties zijn omstandigheden nodig die steeds vaker leiden tot het binnenhouden van de dieren. Inmiddels is dit een debat geworden tussen dierenbeschermingsorganisatie en de sector.

Toen ik kind was hadden we zo’n 15 koeien. Die stonden in de winter met een ketting vast op stal. Mijn vader ging met de melkkan van koe tot koe om ze te melken.  Hij was maar wat blij als ze in het voorjaar naar buiten konden.  Dan werden ze gemolken in een mobiele melkinstallatie in de wei.  Heus veel beter dan met de hand maar toch behelpen. In de jaren zeventig kwam er verandering. Er moest meer eten geproduceerd worden, efficiency, schaalvergroting  waren de toverwoorden. Er kwam een nieuw staltype; de ligboxenstal.  De koeien kregen individuele bedjes en aparte vreetplekken.  Poep en plassen deden ze op een rooster boven een mestkelder.  Revolutionair, de koeien verlost van de donkere grupstallen,  de boer verlost van stromest kruien.  Mijn vader zingend in de put, de verdiepte melkstal. Nu kwamen de koeien naar de boer en niet andersom. Een systeem dat prima combineerde met weidegang.  Zeker omdat alle percelen dankzij ruilverkavelingen werden geconcentreerd rond de boerderij.  Iedereen kent het beeld (of geluid) van de boer die zijn koeien ophaalt (of roept).  
Maar de intensivering gaat door, de productie stijgt,  meer voer, meer melk , meer poep.  De kostprijs moet omlaag en de efficiency zo hoog mogelijk.  En dan komt er een nieuwe optie.  De koeien binnen houden en het gras naar de koe brengen.  Dan haal je maximale opbrengst van je weiland.  En je kunt je mest beter managen. Want vaak is er teveel en moet die afgevoerd worden. Steeds meer boeren schakelen daar naar over.


Tot onvrede van de dierenvrienden en romantici. Koeien horen in de wei, dat is hun natuurlijk gedrag immers.  De koeien zijn graag binnen en worden verwend met luxe ligboxen en krijgen hun prakkie gewoon voorgezet. Als ze het niet goed hebben geven ze heus niet zoveel melk is het -overigens niet steekhoudende- argument.  Het debat is inmiddels inzet van campagnes. Koop geen kaas van stalmelk roept Wakker Dier. Zuivelbedrijven bieden een bonus voor boeren die blijven beweiden.  De keuze voor de meeste mensen blijft: koeien in de wei.

Maar dan komt een nieuwe stap. De vrijloop- of serrestal, weg kelders, weg ligboxen. Een grote ruimte met een dak waar de koeien vrij kunnen lopen.  Op de vloer houtkrullen of stro, die regelmatig worden bijgestrooid, een soort  gemoderniseerde potstal.  Een mooi klimaat. Zeker in de zomer als het erg warm is dan is de koe liever onder dak. En nog mooier geen drijfmest meer, maar mooi vruchtbaarheid verbeterende compost uit de stal. Een bijdrage aan een beter benutting van mineralen en vermindering van ammoniakuitstoot.  En de boer is weer uit de put, de robot werkt dag en nacht en de koe laat zich melken als zij dat wil.  Koeienemancipatie.


zondag 24 mei 2015

Picknicken aan de Tungelroyse Beek

[voor Liefde voor Leudal mei15]



De weg van Heythuysen naar Leveroy dat is de Noorderbaan. Ooit een randweg maar inmiddels deels omsloten door nieuwbouw. Maar er is ook een sluiproute van Heitse noa Leivere, langs de Tungelroyse beek, ontsloten sinds de reconstructie van een saaie stroom tussen de akkers en weilanden  tot een meanderend natuurgebiedje. Een van de fraaie stukjes Leudal nu toegankelijk, weliswaar het best met laarzen of goede wandelkistjes!

Even terug in de tijd.
Moerassige kwelgebiedjes verbonden met beekjes in de Kempen. Kleine stroompjes naar moerasjes in Swartbroek en Kelpen. Zo zag het er ooit, honderden jaren geleden, uit. Later werden de beken uitgediept en genormaliseerd om de moerassen te ontginnen en geschikt te maken voor landbouw. Er kwamen kanalen om ander water naar de Kempen toe te voeren en de Tungelroyse Beek werd een grote brede saaie stroom. Een stroom ook die een eeuw lang door de zinkindustrie werd gebruikt als afvoer voor zwaar vervuild water. Zink, cadmium en mangaan zakten in het slib. Tot zo’n vijftien tot twintig jaar geleden ging dit voort.
Bij de wens om de beek weer haar natuurlijke karakter te geven - een laaglandbeek meandert, slingert door het landschap - zat gelijk de plicht om de ergste rotzooi op te ruimen. Van de Kruispeel in Weert tot waar de Neerbeek in de Maas stroomt is de beek waar mogelijk geschoond en opnieuw uitgegraven. Duizenden tonnen vervuild slib zijn afgevoerd vervangen door een schone laag in de beekbedding.  Allemaal werkzaamheden om de beek zijn natuurlijke en zuivere karakter weer terug te geven.


En nu dan.
De natte lage oevers van de beek zijn nu ingericht als natuurgebied, open voor wandelaars. Bloemrijke weilanden, die extensief beheerd worden, zonder gif en kunstmest. Op Hemelvaartdag loop ik van de Heythuyserweg naar Leveroy. Via vier stukjes beekdal, steeds doorkruist, tja zo is het het in het volle Nederland nu eenmaal, door wegen. Het eerste stuk is ruig, brandnetels, zuring nauwelijks een pad eigenlijk. Voorbij landgoed Beijlshof begint een aangelegd wandelgedeelte met een visplek en een bruggetje, dankbaar gebruikt door zowel bewoners van St Charles als  wandelaars uit het dorp. Na de oversteek naar de andere oever verandert het totaal. De beek is aan het zicht onttrokken door jonge wilgen en elzen, mooie plekken voor watervogels.  Achter Leuker in Baexem gaan we weer naar de rechteroever.  Hier komen we de eerste natuurbeheerders tegen. Twee pinkjes en een koppeltje schapen begrazen de oevers aan beide zijden. Hier lopen we weer vlak  langs het water in een open landschap. Een grote karper spettert in het water. Een scholekster vliegt over. Boerenzwaluwen scheren over het wateroppervlak.  Ook in het laatste stuk richting Leveroy zijn natuurbeheerders bezig. Brandrode runderen en schapen houden hier de vegetatie kort. De weidsere graslanden, nu boterbloemgeel gekleurd,  leveren weer een ander beeld op. Via een voetgangersbruggetje steken we nog eens over voor het laatste stukje. “Waar boeren, waterbeheerders, natuurorganisaties en overheden samen werken aan natuurontwikkeling”, staat er op een bord.  Daar profiteert de burger van, vul ik aan: Wat een verrijking voor Leudal.  Picknickmandje mee?
De route via wandelknooppunten is  te vinden op : www.routebureaulimburg.nl/nl/routeplanner/wandelen/ daar kun je ook zelf wandelroutes samenstellen.



Andere  wandeltips en evenementen: https://www.liefdevoorlimburg.nl/wandelen/regio-leudal












donderdag 30 april 2015

Uitstekend spul.

[voor Liefde voor Leudal april 15]


Het kondigt zich aan. Nooit gaat het  onopgemerkt. Eerst rolt  men de zwart-witte lopers uit.  Voorziet ze  van ereboogjes.  Elk bed een eigen hemel.  De strakke lijnen in zachtezandkleur  veranderen in felle glimmende stroken , soms flakkerend in de wind. En dan is het wachten op de zon, die de begeerde stengels uit de bodem moet lokken.  Niet te hard maar in een rustig tempo, bepaald door zwart of wit.
En dan verschijnen de Sprinters, Transits en Transporters met  werklustige, getrimde Polen. Eerst nog gekleed, maar al gauw met ontblote torsos,  gretig op zoek naar ons goud voor hun geld.  En als de grote Aanhangaardbei  Roermond en Weert uitnodigt tot de maaltijd is het echt zover. Het aspergeseizoen is begonnen.  De vlaggen gaat uit.
De eerste asperge uit de volle grond is nog steeds een culinair wapenfeit  in Limburg. Ook al is er steeds meer concurrentie uit warme en verre oorden, zoals Peru en Colombia en zijn er  verwarmde bedden en kas- asperges. Vroeger, vroeger, vroeger is het devies.  Echt enthousiast zijn we daar niet  over.  Het begint pas echt als de asperges met  lokale zonne-energie  uit de volle grond komen.  En zo,  samen met de lammetjes en de evenzeer getrimde schapen, de lente aankondigen.
Nee, vroeger was niet alles beter,  de teelt was ten prooi aan de weersomstandigheden.  Te heet, te droog, te nat. Dankzij de plastic is er meer controle over de groei van de asperge. Zwart is warmte  verzamelen, wit is warmte dimmen. En de voordelen zijn nog groter. Minder verdamping in droge tijden. Geen onkruid op de bedden en dus minder spuiten.  Geen blauwe koppen ook al steek je niet elke dag.  20 jaar geleden tuurde je naar de juiste scheurtjes, dat moest je echt leren - anders was je vergeefs aan het graven-  om de asperge te steken voor ie zijn kop opstak. Na het steken het gat dicht gooien en met de plakspaan glad strijken. Juist, anders zijn er de volgende dag geen zichtbare  scheurtjes. Nu steekt men alles wat boven is gekomen. Geen zeven kilo maar tot wel twintig kilo per uur.  Tel uit de winst. 

En die winst lijkt er wel te zijn. Nog steeds groeit het areaal asperges  op het  Limburgse en Brabantse zand gestaag.  Dus ook de vraag is blijkbaar goed.  Zeker in de horeca staat nu overal asperge op het menu.  Aspergesoep,  asperges als voor- of als hoofdgerecht, traditioneel met ham, ei, echte boter en een vleugje nootmuskaat of hip in een risotto. En natuurlijk ook asperge-ijs.   
Maak een fietstochtje in het voorjaar en u zult gegarandeerd langs een huisverkopende aspergeboer komen;  maak er een praatje en koop een kilootje van de mooiste dubbel A’s.  Of stop bij het terras voor een kopje aspergesoep.  Zoek thuis de vele recepten op, in uw kookboeken of op internet.  En eet ze vers en gezond. 

(gepubliceerd in Leudalnieuws en op https://gezien.nl/leudal/)